Eiwitten, meer of minder?

Voeding en leefstijl voor nierpatiënten

Eiwitten, meer of minder?

May 27, 2019 Uncategorized 0

Eiwitten zijn een belangrijk onderdeel van onze dagelijkse voeding en zijn in veel verschillende voedingsmiddelen te vinden. Een eiwitbeperking wordt vanouds voorgeschreven in de behandeling bij nierschade. Maar is het ook altijd nodig? Wat is nou eigenlijk de functie van eiwitten? Wat is de optimale eiwitinname bij nierschade? Hoeveel eiwitten heb je in jouw situatie nodig? We vertellen daarover meer in deze blog.

De informatie uit deze blog richt zich voornamelijk op de groep nierpatiënten met een nog redelijke nierfunctie (>30%). Bij een lagere nierfunctie adviseren wij individueel voedingsadvies in te winnen bij een gespecialiseerde diëtist of arts.

 

Wat zijn eiwitten?

Ons lichaam bestaat voor ongeveer 20% uit eiwitten. Eiwitten bestaan uit ketens van aminozuren. De samenstelling, volgorde en structuur van deze aminozuren verschilt per eiwit. Vanwege de vele combinaties van aminozuren die mogelijk zijn kunnen er ontzettend veel verschillende soorten eiwitten gevormd worden. Sommige aminozuren kan het lichaam zelf maken en anderen zijn alleen in onze voeding aanwezig. Daarom kunnen de aminozuren onderverdeeld worden in twee groepen:

  • Essentiële aminozuren: alleen te verkrijgen via onze voeding. Daarom noemen we ze essentieel.
  • Niet essentiële aminozuren: kan het lichaam ook zelf maken. Daarom zijn ze niet essentieel nodig in onze voeding.

We hebben eiwitten nodig voor verschillende lichaamsfuncties. Eiwitten zorgen voor de instandhouding van lichaamscellen en weefsels zoals huid, haren, immuunsysteem en je spieren. Eiwitten kunnen daarnaast als bouwstof en transportmiddel dienen om zo voedingsstoffen te vervoeren. Ook leveren eiwitten energie voor groei en herstel.

 

Advies eiwitinname volgens Beterschappen 

De Beterschappen voedingsadviezen richten zich op mensen met een nog redelijke nierfunctie (>30%) of op mensen die meer dan een jaar geleden een niertransplantatie hebben gehad. Maar is het nodig om je in deze fase nou heel erg te beperken met het innemen van eiwitten?

Een lage eiwitinname wordt van oudsher geadviseerd aan nierpatiënten. Echter, een analyse van verschillende studies wijst niet op een significant voordeel van het beperken van de eiwitinname onder de 0,8 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag, bij een nierfunctie van >30%. Het verbeteren van de leefstijl, zoals meer bewegen, een zoutbeperking en het nastreven van een gezond gewicht, neemt een belangrijke plaats in in de behandeling van chronische nierschade. En je kunt stellen dat er meer gezondheidswinst te behalen valt met veranderen naar een gezonde leefstijl dan met een eiwitbeperking. Daarbij kan een te lage eiwitinname zorgen voor afbraak van spierweefsel en een lage weerstand.

De Nederlandse eiwitinname van volwassenen (19-79 jaar) is gemiddeld 1,0 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag (voedselconsumptiepeiling 2012-2016) en dat valt eigenlijk best goed binnen het advies voor onze doelgroep. Voor patiënten met een nierfunctie van >30% is de optimale eiwitinname volgens de richtlijnen 0,8-1,0 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag (zie tabel 1).

 

Wat betekent dit dan voor je als je nog een redelijke nierfunctie hebt?

Omdat de richtlijn voor eiwitinname dicht in de buurt komt van de gemiddelde eiwitinname is eiwit beperken niet het eerste waar je mee zou moeten beginnen als je je voeding wilt verbeteren.

Als je meer ‘echte voeding’ en vooral meer plantaardig gaat eten, heeft dit verschillende positieve effecten op je gezondheid. Dan kan je opname van fosfaat dalen, je zoutinname daalt en je krijgt minder binnen van de zuren die afkomstig zijn uit vlees. Als je meer plantaardig gaat eten dan is gevarieerd eten belangrijk, om voldoende essentiële aminozuren binnen te krijgen. Zo bevatten peulvruchten niet alle essentiële aminozuren, maar wanneer je daarnaast voldoende andere plantaardige eiwitbronnen eet, bijvoorbeeld graanproducten, krijg je wel alle aminozuren binnen die je nodig hebt.

Toch zijn er wel een aantal positieve effecten te noemen van het beperken van je (dierlijke, niet-zuivel) eiwitinname, en dan voornamelijk als je om te beginnen een redelijk hoge eiwitinname hebt (>1,3 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag). Dan kan een eiwitbeperking allerlei positieve effecten hebben zoals een betere regulering van bloeddruk, een afname van verzuring van het bloed (renale acidose) en afname van de eiwitten in de urine (proteïnurie).

 

Je eigen aanbevolen eiwitinname

Je optimale eiwitinname wordt mede bepaald door je leeftijd, nierfunctie en gewicht. Als je een getransplanteerde nier hebt speelt dat ook een rol in de eiwitbehoefte. Je eiwitbehoefte is dus afhankelijk van meer factoren. Als je ouder wordt heb je meer eiwitten nodig. Daarom is het advies voor eiwitinname verhoogd als je ouder bent dan 65 jaar, zie tabel 1. Andere voorbeelden van situaties waarin je lichaam een hogere eiwitbehoefte heeft zijn als je in de groei bent (kinderen tot 18 jaar), als je intensief sport of zwanger bent. En als je volledig veganistisch eet heb je ook wat meer nodig omdat de meeste plantaardige voedingsmiddelen geen volledige aminozuursamenstelling hebben. Door voldoende en gevarieerde plantaardige eiwitbronnen te combineren is het zeker mogelijk om voldoende van alle essentiële aminozuren binnen te krijgen. Vraag je diëtist of arts hoeveel je precies nodig hebt.

Tabel 1. Advies eiwitinname per situatie

*Afhankelijk van nierfunctie en metabole regulatie (zoals ophoping van ureum in bloed) kan eiwitinname beperkt worden tot 0,8.
**een eiwitinname > 0,8 g/kg/dag is veilig bij 2x per jaar een controle van de nierfunctie
Bron: Richtlijn diagnostiek en beleid bij volwassenen met chronische nierschade, 2018).

Maak van jezelf een expert!

Nu weet je je eigen aanbevolen dagelijkse eiwitinname per kg lichaamsgewicht. Hieronder kun je zien hoe je jouw persoonlijke eiwitbehoefte kunt berekenen aan de hand van je eigen gewicht.

Een rekenvoorbeeld: voor iemand van 40 jaar met een nierfunctie van 50% en met een gewicht van 70 kilogram betekent dat dus 70 x 0,8 (ondergrens) tot 70 x 1,0 (bovengrens) = 56 tot 70 gram eiwit per dag. Je rekent dus met je huidige gewicht. Bij bovenstaande rekensom gaan we ervan uit dat je een gezonde BMI (body mass index) hebt. Ben je te zwaar of te licht in verhouding met je lichaamslengte (= erg hoge of lage BMI), dan dient uitgegaan te worden van een gecorrigeerd gewicht.

Voor meer informatie over wat BMI is en hoe je op de juiste manier je optimale eiwitinname kunt berekenen, zie het kader onderaan deze blog.

 

Eiwitinname bepalen

Waar zitten eiwitten in? In heel veel producten zitten eiwitten. Hieronder (tabel 2) zie je voorbeelden van het eiwitgehalte van zowel een aantal dierlijke als plantaardige producten. Je ziet hoeveel gram eiwit ze bevatten per standaard portie, en hoe groot die porties zijn. Via de Analysetabel op nieren.nl of via de NEVO-tabel kan je voor elk product het eiwitgehalte opzoeken.

Tabel 2. Eiwitgehalte per voedingsmiddel per portie (Bron: nevotabel.nl& portie-online.rivm.nl)

Mocht je je eigen dagelijkse eiwitinname willen berekenen dan zijn er verschillende manieren om uit te zoeken hoeveel eiwit je per dag binnenkrijgt. Hieronder noemen wij verschillende opties.

Met een voedingsdagboek. Een voedingsdagboek bijhouden kan je helpen bij het gezonder gaan leven. Het geeft inzicht in je inname, niet alleen van eiwitten maar ook van alle andere voedingsstoffen. Je kunt er veel van leren en het kan je motiveren om gezonder te gaan eten. Hoe begin ik met een voedingsdagboek? Er zijn verschillende online voedingsdagboeken, de Eetmeter en Bonstat vinden we allebei goed.

  • De Eetmeter van het Voedingscentrum is overzichtelijk in het gebruik en heeft ook een app voor op je smartphone. Sinds enige tijd is fosfaat (fosfor) ook toegevoegd aan de Eetmeter en kun je deze dus ook meenemen in je overzicht. Een online voedingsdagboek waar je jouw voeding in kan voeren en deze berekent hoeveel eiwit erin zat.
  • Bonstat is ook een veel gebruikt voedingsdagboek en heeft als aanvullende mogelijkheid, naast het zelfstandig bijhouden van je voedingsdagboek, om je account te koppelen aan die van je zorgverlener (diëtist bijvoorbeeld) om deze ook inzicht te geven in je voedingsgegevens.

Om een duidelijk overzicht te krijgen van je inname adviseren wij om tenminste twee doordeweekse dagen en één weekenddag bij te houden in het dagboek.

Met hulp van een expert. Vind je het lastig om zelf je eiwitinname bij te houden, dan kun je natuurlijk altijd om hulp van een expert vragen. Een diëtist kan je inzicht geven in je voedingsgedrag en je hier op adviseren.

Bij Beterschappen bieden wij ook ondersteuning aan bij het verkrijgen van inzicht in je eiwitinname en voedingspatroon in het algemeen. Meld je aan voor één van onze workshops of voor individuele begeleiding.

 

Dierlijke en plantaardige eiwitten

Niet alleen de hoeveelheid maar ook het soort eiwit, van dierlijke of plantaardige bronnen, heeft effect op je nieren. Een verschuiving naar meer plantaardige eiwitbronnen heeft namelijk een gunstige invloed op je nieren. In een volgende blog gaan we hier verder op in.

 

 


BMI en optimale eiwitinname

Wat is BMI? Het is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. De formule die wordt gebruikt om je BMI te berekenen is: je gewicht in kilogram gedeeld door je lengte in meters in het kwadraat. Als je 70 kg en 1.62 meter lang bent dan heb je een BMI index van 27 kg/m(70/1.622).

Wil je je optimale eiwitinname berekenen dan reken je altijd met je huidig gewicht. Heb je een te laag of te hoog gewicht dan ga je uit van een gecorrigeerd gewicht om je optimale eiwitinname te berekenen. Een te laag gewicht heb je als je een BMI < 20 kg/m2 (18-70 jaar) of BMI < 22 kg/m2(>70 jaar). In dat geval reken je je eiwitbehoefte uit met een BMI van 20 kg/m2 (18-70 jaar) of een BMI van 22 kg/m2(>70 jaar). Heb je een BMI > 27 kg/mdan heb je een te hoog gewicht en dan reken je altijd met een BMI van 27 kg/m2

Rekenvoorbeeld te laag gewicht: Stel je bent 75 jaar en hebt een gewicht van 55 kg en je bent 1.70 meter. Dan heb je een BMI van 19 (55/1.702). Met een gewicht van 64 kg zou je een BMI van 22 hebben (64/1.702), dit zou je rekengewicht zijn. Daarom ga je in de eiwit berekening uit van een gewicht van 64 kg in plaats van 55 kg.

Rekenvoorbeeld te hoog gewicht: Stel je bent 75 jaar en hebt een gewicht van 100 kg en je bent 1.70 meter. Dan heb je een BMI van 35 (100/1.702). Met een gewicht van 80 kg zou je een BMI van 27 (80/1.702) hebben, dit zou je rekengewicht zijn. Daarom ga je in de eiwit berekening uit van een gewicht van 80 kg in plaats van 100 kg.